Vergelijking voertuigen

......................................................

Vergelijking voertuigen | Velomobile World

......................................................

 

......................................................

 

Hallo, ik ben Jan van VelomobileWorld.com en in de video van vandaag gaan we kijken of een velomobiel sneller is als een normale fiets, als een racefiets en je kunt je afvragen wat een velomobiel is. Een velomobiel is een voertuig op menselijke kracht en wat het zo efficiënt maakt, is het aerodynamische omhulsel eromheen en we gaan vandaag kijken met verschillende snelheden, dus we gaan een test doen met 30 km per uur, 40 km per uur en 50 km per uur en we stoppen op een bepaald punt met trappen en we zien hoeveel verder elke fiets komt. We kunnen conclusies trekken en zien hoe efficiënt elk afzonderlijk voertuig is in vergelijking met elkaar, laten we dat doen.

 

We hebben hier een redelijk goede asfaltweg gevonden, die vergelijkbaar is met de rest van Europa. Daar hebben we het startbord en we komen... je ziet dat er een kleine helling is, hier beneden is het vlak, dus we komen naar beneden met 30 km per uur, als ik het startbord passeer stop ik met trappen en dan zien we wel hoe ver we komen. Daar zet ik een pin, daar zet ik wat borden en we zullen de afstand meten en dan kunnen we conclusies trekken. Dus laten we de fietsen klaarmaken, de banden oppompen en alles controleren om te zien of we een eerlijke uitdaging hebben.

 

Dit is dus een paar dagen later, het was extreem warm op de dag dat we filmden en je moet je voorstellen dat we het met de stadsfiets deden, we deden 30 km per uur en stopten met trappen, dat deden we drie keer. Toen deden we het met de racefiets, toen deden we het met de velomobiel, dat herhaalden we met 40 km en 50 km per uur, hoewel de 50 km per uur me niet lukte met de stadsfiets, dus die viel uit de wedstrijd en toen bij 50 km per uur ging de velomobiel maar door en door rollen en het probleem was dat de weg waar we filmden een beetje zo was, dus de racefiets stopte op de heuvel omhoog en de velomobiel kwam gewoon over deze heuvel en ging rollen rollen rollen rollen en de resultaten bij 50 konden we niet geloven.

 

Dus twee dagen later, 's ochtends, ging ik naar een andere weg waar de helling meer gelijk was, of laten we zeggen dat de weg een klein beetje helling had maar heel recht, dus ik deed de test een paar keer opnieuw in beide richtingen om een gemiddelde te krijgen en hier zijn de resultaten.

 

Dus ik begin met de stadsfiets... Dus de stadsfiets of de standaardfiets deed bij 30 km 185 meter en de racefiets deed het veel beter, deed al 260 meter bij 30 en de velomobiel deed 630 meter, geen kilometers. Er is een klein verschil omdat de racefiets bij 3-4 km per uur moest afstappen omdat ik zou vallen, waar de velomobiel nog 10 meter maakt, dus daar heeft de velomobiel een beetje een onrealistisch voordeel, maar het is ongeveer 10 meter. Bij 40 km per uur heeft de stadsfiets 270 meter afgelegd, de racefiets 380 meter en de velomobiel 860 meter, dus je kunt zien dat de velomobiel iets meer dan twee keer zoveel afstand aflegt dan de racefiets. Dit is erg gelijkwaardig bij 50 km/uur, dus ik deed met de racefiets... Ik had 490 meter en met de velomobiel 1.337 meter, dus je kunt zien dat op het moment dat de snelheden hoger zijn, de afstandsbalans of de verhouding tussen de racefiets en de velomobiel groter wordt, dus je kunt zien dat de voordelen groter zijn op hogere snelheden, wat heel logisch is vanwege de aerodynamische vorm.

 

In de volgende video over aerodynamica en hoeveel watt we erin gaan stoppen als we gaan fietsen, op een weg met 30 km per uur en kijken hoeveel watt we nodig hebben voor een racefiets en een velomobiel, met 40 km en met 50 km per uur, maar dat is in de volgende video, tot de volgende keer, tot ziens. Ik hoop dat je het leuk vond, ik hoop dat het nuttig voor je was en abonneer je alsjeblieft en zet de meldingen AAN. En we hebben ook een nieuwsbrief op de website, dus schrijf je ook daar in, tot de volgende keer, tot ziens.